Brabantse natuur- en milieuorganisaties blij met strengere stikstofregels

juli 1, 2015

Brabantse natuur- en milieuorganisaties blij met strengere stikstofregels

De Brabantse Milieufederatie, Brabants Landschap en Natuurmonumenten zijn blij met de strengere stikstofregels die vanaf vandaag in de provincie Noord-Brabant gelden. De regels van het nieuwe provinciebestuur zijn een stap in de goede richting voor een aantal kwetsbare natuurgebieden in Brabant en voor Brabantse burgers die al jarenlang overlast ervaren van de intensieve veehouderij. De overmaat aan stikstof is een van de belangrijkste bedreigingen van de natuurkwaliteit in Nederland en gevaarlijk voor de volksgezondheid. Intensieve landbouw, industrie en verkeer zijn belangrijke veroorzakers van het probleem.

De nieuwe landelijke stikstofregels bieden ontwikkelingsruimte aan bedrijven om uit te breiden. Daarover zijn de natuur- en milieuorganisaties kritisch, omdat in Brabant al sprake is van een sterk overbelaste situatie. Provincies kunnen echter nadere regels stellen. Noord-Brabant kiest voor een verstandige invulling van de ontwikkelingsruimte door geen milieubelastende ontwikkelingen toe te staan rond een viertal kwetsbare topnatuurgebieden – Kampina & Oisterwijkse Vennen, Strabrechtse Heide & Beuven, Deurnsche Peel & Mariapeel en Groote Peel. Dat is niet alleen goed nieuws voor de natuur, maar ook voor de burgers die in die overbelaste gebieden wonen.

Daarnaast kiest de provincie voor het uitsmeren van de ontwikkelingsruimte over zes jaar, waarmee een geleidelijke groei wordt gerealiseerd. Daarmee wordt de groei niet beperkt, maar het biedt wel de kans om uitbreidingen kritisch tegen het licht te houden. Op deze wijze is goed te volgen of het noodzakelijke natuurherstel daadwerkelijk optreedt en we in Brabant weer mooiere heides en vennen krijgen.

Hoewel de strengere stikstofregels een stap in de goede richting zijn, vinden de Brabantse natuur- en milieuorganisaties dat de regels moeten worden aangevuld met een beperking van het aantal dieren in delen van Brabant. Zolang dat niet het geval is, kan uitstootvermindering door innovatieve technieken namelijk meteen weer worden gebruikt om uit te breiden met extra dieren. Op die manier neemt de overlast niet af.