‘Constructieve zonneladder’ van NMF’s helpt overheid bij besluiten

mei 15, 2019

‘Constructieve zonneladder’ van NMF’s helpt overheid bij besluiten

Om de energietransitie en de ambitieuze doelen uit het Klimaatakkoord te halen, wordt er -ook in Brabant- veel ingezet op zonne-energie. Zonnepanelen op daken, op industrieterreinen, maar ook steeds vaker in het buitengebied. Deze groeiende ontwikkeling van zonne-energie roept vragen op.

Welke locaties zijn geschikt voor zonnepanelen? Hoe gaan we zo efficiënt mogelijk om met onze (schaarse) ruimte? Hoe zorgen we ervoor dat duurzame energie niet ten koste gaat van natuurbelangen? De Natuur en Milieufederaties (NMF’s) hebben de ‘constructieve zonneladder’ ontwikkeld om overheden te helpen bij de afweging van dit soort vragen.

Wat is de Constructieve Zonneladder?
De Constructieve Zonneladder is een handreiking die gemeenten kunnen hanteren om in 5 stappen hun eigen, lokale zonne-energie beleid te vormen. De ontwikkeling van zonne-energieprojecten wordt op deze manier in goede banen geleid, door zonnepanelen op voorkeurslocaties te stimuleren en door duidelijke voorwaarden te stellen.Voorbeeld van voorkeurslocaties, waarbij trede 1 van de zonneladder de voorkeur heeft. Belangrijk: deze volgorde betekent niet dat de lagere treden later aan de beurt komen. Op lagere treden zijn wel strengere randvoorwaarden van toepassing. Hogere treden worden juist sneller en intensiever aangepakt. Bij een overaanbod bij lagere treden, krijgen initiatieven bovenaan de ladder voorrang.

In 5 stappen naar lokaal beleid voor een goede inpassing van zonne-energie
Stap 1: Wat is de opgave en de einddoelstelling? Maak inzichtelijk hoeveel zonne-energie er nodig en mogelijk is. Op welke energiemixen zet je als gemeente in (zon, wind, warmte etc.)?
Stap 2: Stel samen met de gemeenschap vast aan welke locatietypen de voorkeur wordt gegeven en onder welke voorwaarden. Belangrijke toetsingsaspecten zijn bijvoorbeeld: zorgvuldige inpassing in natuur en landschap, procesparticipatie, meervoudig ruimtegebruik, etc.
Stap 3: Werk aan de hand van stap 1 en 2 een heldere routekaart uit, met voor iedere fase de beoogde groei per trede. Iedere fase kent dus een tijdsperiode en een target per trede.

Voorbeeld van een gefaseerde routekaart. Belangrijk: pas zodra de targets voor fase 1 zijn gehaald, gaat fase 2 van start. Zo voorkom je dat de hoeveelheid zonne-energie op lagere treden van de ladder onevenredig hard toeneemt.
Stap 4: stel een commissie aan die zonprojecten toetst.
Stap 5: ontwikkel flankerende beleidsinstrumenten die de realisatie van zonne-energie op voorkeurslocaties bevordert.

Deel deze Zonneladder
De Natuur en Milieufederaties zijn voorstander van zorgvuldig ruimtegebruik en roepen gemeenten en regio’s op om steviger te sturen op locatiekeuzes en randvoorwaarden bij zoninitiatieven. Ook vinden we het belangrijk dat de lokale gemeenschap kan meepraten over een beleidskader en dat de energietransitie op alle fronten tegelijk versnelt. Bespreek deze zonneladder gerust met je gemeente.

Heb je vragen of wil je meer informatie over de zonneladder? Neem dan contact op met Hanne van de Ven via hanne.vandeven@brabantsemilieufederatie.nl.