Opinie | De werkelijke prijs van ons voedsel: weet wat u eet

november 15, 2020

De werkelijke prijs van ons voedsel: weet wat u eet

Als consument zie je aan de buitenkant van een product niet hoeveel milieuschade de productie heeft opgeleverd en wat daarvan in de aankoopprijs is meegenomen. Als u wilt dat voedsel duurzamer wordt ge­produceerd, is het dus belangrijk dat u weet wat u eet.

Dit opiniestuk is eerder verschenen in Brabants Dagblad.

Een toekomst met duurzaam en betaalbaar voedsel is mogelijk. Ruim 160 bio­logische boeren in Brabant laten dagelijks zien dat ze voedsel kunnen produceren zonder milieuschade. Helaas is het voor veel andere boeren nog steeds goedkoper om met milieuschade voedsel te produceren. De kosten voor die milieuschade worden immers gedragen door de belastingbetaler. Als boeren kiezen voor het produceren van voedsel zonder milieuschade, moeten zij of wij als consument die hogere prijs betalen.

Biologische producten zijn duurder dan producten die zijn geproduceerd volgens gangbare productiemethoden. Een goed voorbeeld daarvan is vlees. Volgens recent onderzoek van de Wageningen Universiteit eten we in Nederland gemiddeld ruim 200 gram vlees per dag. Er is zelfs sprake van een stijgende lijn, volgens de onderzoekers. We weten dat minder vlees eten goed is voor onze gezondheid, bijdraagt aan minder dierenleed en beter is voor het milieu. Maar wat houdt consumenten tegen om te kiezen voor duurzame alternatieven?

Wat betreft dierenleed hebben we in Nederland al vooruitgang geboekt. Steeds meer supermarkten hebben vlees en dierlijke ­producten met het Beter Leven Keurmerk van de Dierenbescherming in de schappen liggen. Maar ten aanzien van de druk op natuur, milieu en gezondheid gaat het minder goed. De intensieve veehouderij zorgt voor zoveel stikstofuitstoot dat het de natuur in Nederland onherstelbaar beschadigt. In gebieden met veel intensieve veehouderij vermindert de biodiversiteit, is er sprake van (drink)waterverontreiniging en de luchtvervuiling leidt tot gezondheidsproblemen.

Negatieve spiraal

Vanuit de agrarische sector komt vaak het verwijt dat consumenten niet meer willen betalen voor duurzaam geproduceerd voedsel. De druk om op een intensieve en milieuverontreinigende manier te blijven produceren tegen zo laag mogelijke kosten blijft daardoor groot en via de belastingen blijven consumenten meebetalen aan de milieuschade die de productie ervan veroorzaakt. Zo investeert het kabinet de komende tien jaar bijvoorbeeld 3 miljard euro in natuurherstel, wat mede het gevolg is van jarenlange ammoniakuitstoot door de agrarische sector, om zo goedkoop mogelijk voedsel te kunnen produceren. Hoe doorbreken we die negatieve spiraal?

Zelfs als we morgen in Nederland allemaal zouden stoppen met het consumeren van vlees, dan betalen we nog steeds via belastingen voor de compensatie van de milieuschade van de intensieve veehouderij. 80 procent van al het vlees wordt namelijk naar het buitenland geëxporteerd. Voedsel dat in negatieve zin bijdraagt aan klimaatverandering zou daarom veel duurder moeten zijn dan voedsel dat daar niet aan bijdraagt, in plaats van andersom.

Hoe komt het dat producten die op een schadelijke manier zijn geproduceerd, goedkoper zijn dan natuurvriendelijke producten? Volgens Jan ­Willem Erisman, directeur van het Louis Bolk kennisinstituut voor duurzame landbouw, zijn de maatschappelijke kosten van de landbouw (denk aan natuurherstel en waterzuivering) al bijna net zo hoog als de netto-inkomens van boeren. De oorzaak zit ’m erin dat niet de consumenten, boeren, of ketenpartijen die er het meest aan verdienen deze kosten betalen, maar wij als belastingbetalers gezamenlijk. We zouden eigenlijk toe moeten naar eerlijke beprijzing, waarbij deze externe kosten wel in de productprijs worden verwerkt.

De economie biedt een oplossing

Wetenschappelijk onderzoek heeft onomstotelijk vastgesteld: consumenten reageren op prijzen. De economie kan er daarom voor zorgen dat er een gelijk speelveld ontstaat door de maatschappelijke kosten van niet-duurzame productie in de productprijs te verwerken zodat deze duurder worden én tegelijkertijd duurzaam voedsel goedkoper maken.

Concreet betekent dit dat partijen die verdienen aan een schadelijke manier van produceren, de maatschappelijke kosten daarvan moeten gaan betalen, zoals bijvoorbeeld fabrieken en handelaren in bestrijdingsmiddelen, kunstmest, veevoer, technologie voor productieverhoging en banken. Die opbrengsten kunnen dan via subsidies en beloningen aan duurzame boeren worden teruggegeven.

Als partijen moeten betalen voor de schadelijke effecten op natuur, of voor de uitstoot van broeikasgassen, of het gebruik van pesticiden, wordt niet-duurzaam voedsel vanzelf duurder. En door ondernemers juist te belonen voor het duurzamer produceren van voedsel, daalt de kostprijs en kan die worden doorberekend in een lagere prijs in de supermarkt.

Duurzaam én betaalbaar

Blijft voedsel dan wel betaalbaar voor ons als consument? Jazeker. Uit onderzoek weten we dat in­novaties vooral plaatsvinden voor producten waar veel vraag naar is. Als de vraag naar duurzaam voedsel stijgt, wordt het produceren van duurzaam voedsel goedkoper. Dier-, natuur- en milieuvriendelijk voedsel hoeft niet veel te kosten. Als duurzaam voedsel de norm wordt, gaan de opbrengsten voor de boer omhoog en de kosten voor de consument omlaag.

Er is dus een toekomst mogelijk met duurzaam en betaalbaar voedsel. Daarvoor is wel overheidsingrijpen nodig én bewustzijn bij ons als consumenten over de werkelijke prijs van ons voedsel. Een transitie naar een duurzame voedselvoorziening, die rendabel is voor de boer en betaalbaar blijft voor de consument, begint dan ook bij ons. Dus weet wat u eet!

Door Reyer Gerlagh is hoogleraar economie en directeur van het Tilburg Sustainability Center, Tilburg University; Femke Dingemans is directeur van de Brabantse Milieufederatie.

Dit artikel is geschreven in het kader van de jaarlijkse Warande­lezing die aankomende week zou plaatsvinden. Thema van dit jaar is ‘Weet wat je eet! Op naar een duurzaam voedselsysteem’. Vanwege de huidige coronamaatregelen is de lezing tot nader order uitgesteld. De Warandelezing wordt jaarlijks georganiseerd door Tilburg Sustainability Center, studievereniging Asset, Studium ­Gene­ra-le en de Brabantse Milieufederatie.

Het laatste nieuws

  • Nieuws
    17 april 2024 Henk Leenders en Angelique Heijnen: Nieuwe leden Raad van Toezicht
  • Nieuws
    12 april 2024 Terug bij de startlocatie van Plan Boom
  • Nieuws
    05 april 2024 Maak nú scherpe keuzes voor de toekomst van Brabant: reactie BMF op Perspectiefnota 2025
  • Nieuws
    26 maart 2024 Gedreven Brabanders duiken in de omgevingswet met training ‘Vergroen je buurt met de omgevingswet’
  • Nieuws
    25 maart 2024 Verbinding en inzichten bij coalitiedag Boer&Buur met natuur

Meer nieuws

JE HOEFT NIETS TE MISSEN
Ontvang updates met nieuws, cursussen, workshops, lezingen en nog veel meer!