De energietransitie: vanwaar de haast?

april 9, 2018

De energietransitie: vanwaar de haast?

In dit artikel gaan we in op de belangrijkste reden waarom haast geboden is bij de energietransitie – het vervangen van fossiele bronnen voor energieopwekking (zoals olie, steenkool en aardgas) door duurzame vormen van energieopwekking (zoals met windturbines, zonnepanelen, geothermie, biomassa en gebruik van restwarmte).

Dat heeft alles te maken met de manier waarop het mondiale klimaatsysteem reageert op veranderingen. Namelijk met een bepaalde inherente traagheid, als een vol zeecontainerschip op stoom dat ook niet zomaar bij te sturen valt. Dat steekt als volgt in elkaar. Als vanaf nu de uitstoot van broeikasgassen compleet zou stoppen en de CO2-concentratie vanaf nu dus verder constant zou blijven, duurt het nog vele jaren voordat het klimaat een stabiele eindsituatie bereikt. Afhankelijk van het klimaataspect is de bijbehorende tijdschaal wel anders. Zo zal de oppervlaktetemperatuur nog gedurende een eeuw of langer door blijven stijgen nadat CO2-concentraties gestabiliseerd zijn. Maar het smelten van de ijskappen gaat nog vele eeuwen door (zie werk van het IPCC op de website van IPCC).

Anders gezegd betekent deze traagheid dat het klimaatsysteem een geheugeneffect kent. Het systeem ‘onthoudt’ hoe de CO2-concentratie de afgelopen periode is veranderd en moet dit profiel nog ‘verdisconteren’ om de stabiele eindsituatie te bereiken. Met wat we op dit moment aan klimaateffecten zien, zijn we er dus nog lang niet. Pas over ongeveer 100 jaar zien we wat we eigenlijk door ons gedrag in het verleden (en ook in de (nabije) toekomst zullen) hebben teweeggebracht – zeker als we ons beseffen dat het overgrote deel van de CO2-emissies in de laatste circa 40 jaar hebben plaatsgehad en de effecten daarvan dus nog niet zijn verwerkt.

In het Klimaatakkoord van Parijs is afgesproken te blijven onder de 2oC globale temperatuurstijging en het streven om dat zelfs te beperken tot 1,5oC. Dit streven, met in het achterhoofd de genoemde traagheid, is te vertalen naar een ‘koolstofbudget’; hoeveel CO2 mogen we op deze aardbol vanaf heden nog uitstoten om onder deze limieten te blijven? Op CarbonBrief is daar het een en ander mooi over uitgelegd.

Dat koolstofbudget kunnen we zien als een gevulde portemonnee… die flink lekt – dat zijn onze huidige CO2-emissies. Door het lek raakt de portemonnee leeg en komt de 2oC-limiet in zicht. Later in de toekomst bij een klein lek maar (veel) eerder bij een groot lek. We moeten dus dat lek zo snel mogelijk zien te dichten. We kunnen niet wachten op technische innovaties over bijvoorbeeld 15 jaar die mogelijk goedkoper of effectiever zijn om onze CO2-emissies te reduceren; in zekere zin telt élk CO2-molecuul. Mogelijk toekomstige innovaties komen er toch wel maar dat ontslaat ons niet van de plicht het lek in onze portemonnee nú zo goed en snel mogelijk te dichten, nú te beginnen met dat volle containerschip bij te sturen.
In onderstaande figuur zie je het effect van wachten op een innovatie (bovenste lijn) versus nu beginnen (onderste lijn) op de CO2-concentratie in de atmosfeer; een steeds grote wordende en langdurige ‘koolstofschuld’ (rood gearceerd) in het eerste geval met daaraan gerelateerd heftigere klimaatverandering.

En daarom is nú gaan opwekken van duurzame energie precies zo belangrijk als het nú gaan besparen. De rekening daarvan krijgen we anders onherroepelijk gepresenteerd. De grote joker in het spel zijn de zogenaamde kantelpunten in het klimaatsysteem – denk aan smeltende ijskappen, ontdooiende permafrost, uit diepzee vrijkomende methaanhydraten of het afbranden van het boreale wouden van Siberië. Dit soort fenomenen maakt dat we als mensheid, eenmaal te laat, de klimaatverandering niet zelf meer onder controle hebben, niet meer zelf aan de knoppen zitten. Dan zijn we echt overgeleverd aan de wetten van de fysica en is het wachten tot ónze bossen verloren gaan door bosbranden.

Tags: