Help het onderzoek naar sterfte bij jonge mezen

april 30, 2019

Help het onderzoek naar sterfte bij jonge mezen

Wetenschap is niet meer alleen iets voor academici. Steeds vaker is er een rol weggelegd voor het grote publiek. Wereldwijd schieten citizen scienceprojecten uit de grond.

Zo doen natuurliefhebbers (soms onbewust) mee als dataverzamelaars: met name mensen die lijstjes bijhouden van dieren die zij thuis, in het park of tijdens een wandeling zien. Deze bijdrage van het publiek aan wetenschappelijk onderzoek noemen we citizen science: oftewel burgerwetenschap.

Citizen science mezensterfte
Het CLM (Centrum voor Landbouw en Milieu) en Vogelbescherming willen nu op grote schaal onderzoek uitvoeren naar het verband tussen mezensterfte en het gebruik van gif tegen de buxusmotrups, en vragen daarbij uw hulp. Dit is belangrijk om te voorkomen dat tuinvogels (en veel andere insecten) worden vergiftigd.

Wat is er aan de hand?
Mezen krijgen gif binnen dat wordt gebruikt tegen de buxusmotrups, blijkt uit onderzoek. Kool- en pimpelmezen in buurten waar de buxusmotrups wordt bestreden met gif, krijgen veel soorten bestrijdingsmiddelen binnen. Vaak zijn dat ook nog eens illegale middelen. Mezen zijn nu eenmaal gek op de buxusmotrupsen en voeren ze enthousiast aan hun jongen.

Meer gif in “stadsmezen”
Vorig jaar heeft het CLM vijf dode jonge mezen onderzocht op plaatsen in de stad waar de buxusmot werd bestreden. Ook vijf dode jonge mezen uit een bosgebied, waar geen bestrijding plaatsvond, zijn onderzocht. In totaal zijn wel veertien verschillende gifsoorten gevonden in de onderzochte mezen.
Heel concreet waren dit negen insecticiden (middelen om insecten te doden), drie fungiciden (middelen om schimmels te doden), één biocide (een stof die veel verschillende soorten levende wezens doodt); de waarschijnlijk welbekende DEET en één synergist.

Uit het onderzoek bleek dat de ‘stadsmezen’ een veel groter aantal bestrijdingsmiddelen bevatten dan de ‘bosmezen’: gemiddeld 2,8 tegenover 0,8. De onderzoekers vonden 2,2 soorten insecticiden per mees in de stad vergeleken met 0,2 insecticiden in het bosgebied.
Opvallend: de meeste van de gevonden middelen zijn niet eens toegelaten om door particulieren tegen buxusmot gebruikt te worden. Het zijn dus illegale gifstoffen.

Uitgebreider onderzoek nodig
Dit jaar gaat het CLM de sterfte onder mezen op een grotere schaal onderzoeken, met steun van Vogelbescherming. Het is namelijk nodig om meer dode jonge mezen te onderzoeken. Dan kan duidelijk worden of het gebruik van gif tegen de buxusmot kan leiden tot een verhoogde sterfte van jonge mezen in de nestkast.

Help jij mee?
Met veel meldingen van dode meesjes kan de sterfte dan later hopelijk worden voorkomen. Als jij in je tuin plots veel dode (jonge) mezen vindt én jij of de buren hebben gif gebruikt om buxusmotten te bestrijden, geef het dan door aan het CLM. Doe de dode jonge mezen in een plastic zakje en maak dat dicht. Doe er voor de veiligheid nog een plastic zakje omheen en plak er een sticker op met de datum waarop je de dode mezen hebt gevonden, de soortnaam van de mees (kool- of pimpelmees) en je naam en adres. Bewaar het monster in de vriezer. Meld vervolgens je mees bij Adriaan Guldemond van het CLM: guldemond@clm.nl. Het monster wordt in overleg met jou opgehaald.

Meer informatie?
Help het onderzoek naar mezensterfte, CLM
Rapport Mezensterfte door buxusmotbestrijding? CLM, augustus 2018

Overigens zijn mezen ook dol op processierupsen en daarmee zijn ze dé natuurlijke plaagbestrijder bij uitstek. Sinds uit een proef van de gemeente Maasdriel is gebleken dat deze vogeltjes hun buik rond eten aan de overlastgevende eikenprocessierups, wordt er veel aan gedaan om die streek ‘meesvriendelijk’ te maken.