Omgaan met droogte: interview met permacultuurtuinderij de Voedselketen

juli 16, 2018

Omgaan met droogte: interview met permacultuurtuinderij de Voedselketen

Zoals niemand zal zijn ontgaan is 2018 een bijzonder droog jaar. Er wordt dan ook flink beregend in de landbouw. Hoe kan je op een verantwoorde manier omgaan met de droogte, zodat je minder hoeft te beregenen? Permacultuur is een vernieuwende vorm van ecologische landbouw, ontwikkeld in het droge Australië, die hiervoor oplossingen biedt. Tuinderij de Voedselketen, het bedrijf van Alex Schreiner en Linder van den Heerik in Oirschot, werkt zoveel mogelijk op basis van permacultuurprincipes. We vroegen Alex daarom naar hun ervaringen en omgang met de huidige droogte.

Alex, kan je wat meer vertellen over jullie tuinderij?
“We zijn een kleinschalige tuinderij en verkopen direct aan de consument door middel van wekelijkse groentepakketen die we in Tilburg, Eindhoven, Sint Oedenrode en bij de tuinderij in Oirschot voor onze klanten klaarzetten. We zitten nu nog in de opstartfase – op onze huidige locatie zitten we nu in het tweede seizoen. We werken met permacultuur omdat de uitgangspunten ons heel erg aanspreken; zorg voor de mens, zorg voor de aarde, en een eerlijk aandeel in de bronnen die we gebruiken. Met de tuin willen we niet alleen een duurzaam systeem neerzetten: we willen toevoegen aan de omgeving en de huidige situatie. Qua bodemleven, biodiversiteit maar daarmee uiteindelijk ook aan de leefbaarheid van het platteland.

We hebben een diverse teelt – ruim 40 verschillende groenten, klein en groot fruit en diverse kruiden. We hebben daarvoor een mooie locatie gevonden in het hart van het Groene Woud, op een historische bolle akker. Dat betekent een vruchtbare bodem, en er zit een leemfractie in de grond wat een goed uitgangspunt is voor groenteteelt. We hebben in totaal 0,6 hectare welke we intensief betelen. Uiteindelijk moeten we daarop voor 75 huishoudens groente- en fruitpakketten kunnen leveren, genoeg voor een voltijdsinkomen.”

Jullie werken zoveel mogelijk op basis van permacultuurprincipes. Wat doen jullie in de praktijk anders ten opzichte van gangbare of biologische tuinderijen?
“De belangrijkste punten zijn het belang van biodiversiteit – we reserveren ruimte voor een poel en voor een houtwal omdat deze de biodiversiteit leveren die we nodig hebben voor het natuurlijk plaagbeheer. We gebruiken geen enkele vorm van pesticide, we moeten het dus volledig hebben van de roofinsecten en andere rovers die van de plaagdieren leven.

Daarnaast passen we geen kerende grondbewerking toe, om zo het bodemleven te stimuleren. Uiteindelijk willen we de grond helemaal niet meer bewerken – we gebruiken nu soms nog een tweewielige tractor met frees om nieuwe bedden in gebruik te nemen, of om het onkruid er tijdelijk onder te krijgen. Uiteindelijk willen we daar ook mee stoppen. Tot slot gebruiken we geen dierlijke mest maar alleen groencompost. Daarmee voedt je de bodem, niet de planten. Uiteindelijk zorgt dat voor een veel stabielere toegang tot voedingsstoffen voor planten die dat zelf heel goed kunnen sturen in een gezonde bodem. Met name de aanwezigheid van schimmels is daarbij belangrijk; deze kunnen alleen ontstaan in een bodem die niet gekeerd of intensief bewerkt wordt.”

In hoeverre hebben jullie last van de aanhoudende droogte?
“Tot nu toe vrij weinig. De planten die op tijd in de grond stonden zijn goed aangeslagen en hebben goed kunnen wortelen. Deze hebben weinig last en staan er goed bij. Nieuw plantgoed heeft het wel zwaar. Deze hebben tijd nodig om te wortelen, en de toplaag is natuurlijk erg droog. Met de warmte duurt het dan te lang voor ze genoeg wortels hebben om bij het water te komen.”

Hoe gaan jullie om met droogte en water?
“We zijn nu nog in de opstartfase maar we hebben een aantal plannen om hier in de toekomst mee om te gaan. Zo kijken we naar regenwateropvang op de tunnelkas voor de beregening in de kas zelf. Komende winter willen we meer regenwater opvangen om in droge periodes in elk geval het jonge plantgoed water te kunnen geven.

Maar de belangrijkste maatregelen zitten in de grond zelf – opbouwen van het organisch stofgehalte in de bodem om zo meer water in de bodem zelf vast te kunnen houden. Werken met levende mulch om de bodem bedekt te houden en verdamping tegen te gaan. We passen nu groencompost toe en experimenteren met grasmaaisel in de kas. [mulchen is het bedekken van de bodem met een laag organisch materiaal – red].

Daarnaast vormen bomen een belangrijk onderdeel van ons systeem. Als windbreek om zo verdamping tegen te gaan, maar ook omdat bomen zelf veel vocht verdampen welke ‘s nachts condenseert. Bomen kunnen water uit diepere lagen halen dan onze eenjarige groenten en boren zo bronnen aan waar we anders niet bij zouden komen. Daarnaast blijkt uit recent onderzoek dat bomen ook actief de grondwaterstand kunnen reguleren – in natte tijden op diepere lagen uitscheiden, om het in drogere periodes hoger weer vrij te kunnen laten komen.”

In hoeverre beregenen jullie?
“We hebben tot nu toe niet hoeven beregenen, maar voor de jonge aanplant ga ik dat wel doen de komende tijd. Ik beregen zelf liever niet: planten gaan oppervlakkig wortelen waardoor ze kwetsbaar blijven in droge periodes: de wortels komen in de bodemlaag die als eerste uitdroogt waardoor ze afhankelijk blijven van beregening. Daarbij gebruik je vaak grondwater die daardoor verder zakt, waardoor planten weer dieper moeten wortelen om er bij te kunnen komen. Tot slot gaat veel van het water bij beregenen verloren door verdamping . Het is efficiënter als je planten direct toegang hebben tot het grondwater.

Overigens grappig om te weten daarover – op sommige percelen kan je via luchtfoto’s nu zien waar vroeger sloten lopen: daar is de mais niet verdroogd, op de stukken grond er tussen wel. Kennelijk is de grond in de oude sloten beter (organisch materiaal?) – waardoor de mais beter bij het grondwater kan, zoals te lezen valt in een artikel van het NRC”.

Door klimaatverandering kunnen dit soort extreme weersomstandigheden (extreem droog of extreem nat) steeds vaker gaan voorkomen. Zijn er op basis van de ervaringen met dit droge jaar ook zaken waar jullie de komende jaren extra aan willen werken om hier nog beter op voorbereid te zijn?
“We zijn nog maar een jonge tuinderij – de bomen moeten nog volwassen worden, het bodemleven moet nog opgebouwd worden. Daar gaan we de komende periode natuurlijk mee verder, wat er toe moet leiden dat we beter tegen de extreme weersomstandigheden bestand zijn. Water op kunnen vangen als er te veel is, zodat dit in droge periodes nog beschikbaar is. Ik noemde al het werken met levende mulch – daar wil ik meer onderzoek naar gaan doen en proeven mee op gaan zetten om te kijken of dat een optie is”.

 

Meer weten over tuinderij de Voedselketen? Kijk dan op: www.devoedselketen.nl
Meer informatie over permacultuur:
http://www.permacultuurnederland.org

Tags: