10 meestgestelde vragen over soortenbescherming

januari 22, 2024

De 10 meestgestelde vragen over soortenbescherming

Foto: Kleine vos van Unsplash

Soortenbescherming is een onderdeel van de Wet natuurbescherming en wordt op 1 januari 2024 opgenomen in de Omgevingswet. Soortenbescherming gaat over het beschermen van de Nederlandse flora en fauna. Het uitgangspunt hierbij is dat aan beschermde dieren en planten geen schade mag worden toegebracht. Deze blog geeft antwoord op 10 veelgestelde vragen over soortenbescherming.

Voor het laatst geüpdatet op 18 januari 2024

1. Welke soorten flora en fauna zijn beschermd in Nederland?

De Omgevingswet beschermt veel soorten flora en fauna, omdat het voortbestaan van de flora en fauna in Nederland onder druk staat. De Vogel-en Habitatrichtlijn blijven onder de Omgevingswet van kracht.

De Vogelrichtlijn (VR) beschermt alle vogels en hun nesten, eieren en leefgebieden. In Nederland gaat het hier om alle broedvogels, wintergasten, standvogels en trekvogels. De Vogelrichtlijn verplicht alle EU-lidstaten beschermingsmaatregelen voor alle in het wild levenden vogels te nemen. Alle lidstaten moeten zodoende voor de soorten uit bijlage I van de Vogelrichtlijn beschermingsgebieden aanwijzen en beschermingsmaatregelen nemen. De Habitatrichtlijn (HR) richt zich op de bescherming van flora en fauna soorten en hun habitats. In bijlage II, IV a en b en V van de Habitatrichtlijn staan de beschermde flora en fauna soorten en de bijbehorende verplichtingen voor de lidstaten.

Flora en fauna soorten van nationaal belang zijn opgenomen in bijlage IX van het Bal (Besluit activiteiten leefomgeving). Deze soorten worden beschermd door middel van rijksregels. Soorten zijn van nationaal belang vanwege de intrinsieke waarde, vanwege opvattingen vanuit de maatschappij of omdat ze bedreigd worden. De soorten van nationaal belang zijn verdeeld in de categorieën: zoogdieren, amfibieën, reptielen, vissen en kreeften, dagvlinders, libellen, kevers en planten.

Op de website van het RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) vind je een soortendatabase. Deze databank geeft informatie over welke soorten in het wild voorkomen in Nederland en hoe deze soorten beschermd worden. Daarnaast vind je op de website NatuurInclusief meer informatie over de natuurwetgeving met betrekking tot soortenbescherming.

2. Waar kan ik informatie vinden over de staat van instandhouding van de beschermde soorten?

De Vogel- en Habitatrichtlijn verplichten alle lidstaten een gunstige staat van instandhouding van soorten te herstellen en te behouden. De staat van instandhouding wordt vastgesteld door middel van de trend en de status in populatieomvang, verspreiding, kwaliteit van het leefgebied en toekomstperspectief. Artikel 12 van de Vogelrichtlijn en artikel 17 van de Habitatrichtlijn verplichten alle lidstaten te rapporteren aan de EU over de status en trends van de verspreiding en populatieomvang van soorten. In 2025 is de volgende rapportage gepland. De rapportages uit 2019 vind je hier.

Voor alle Natura 2000-gebieden en de daarin voorkomende beschermde soorten zijn na aanwijzing beheerplannen opgesteld. De beheerplannen hebben de meest nauwkeurige informatie over de staat van instandhouding van beschermde soorten. Dit geldt voor alle beschermde soorten onder de Vogel- en Habitatrichtlijn en dus niet alle beschermde soorten in Nederland. De beheerplannen vind je hier. Informatie vinden over de staat van instandhouding van beschermde soorten buiten Natura 2000-gebieden om is vaak wat lastiger, omdat hiervoor geen beheerplannen worden opgesteld. De staat van instandhouding kan bijvoorbeeld worden afgeleid uit het feit of ontheffingen zijn verleend. Een ontheffing wordt namelijk alleen verleend wanneer de gunstige staat van instandhouding van een soort niet in gevaar komt bij een project of activiteit.

Op de website van Sovon vind je verschillende publicaties over de staat van instandhouding van soorten vogels.

Foto: Vuursalamander van Pixabay

3. Wat heb ik nodig om bezwaar te maken tegen een ontheffing van de provincie?

Voor deze vraag verwijzen wij je door naar ons juridisch informatiepunt.

4. Wie kan mij van advies voorzien over de soorten die in mijn omgeving leven?

Lokale natuur- en milieugroepen in jouw omgeving kunnen jou van informatie en advies voorzien over de soorten in jouw omgeving. Daarnaast beschikken soortenbeschermingsorganisaties, zoals Sovon en RAVON, over verspreidingsgegevens en kunnen zij jou voorzien van informatie en advies over soorten in jouw omgeving. Meer informatie over soortenorganisaties vind je bij de algemene vragen over natuur en landschap.

5. Wanneer mogen vogels niet verstoord of verjaagd worden en nesten niet vernield worden?

De Vogelrichtlijn beschermt alle in het wild levende vogels in Nederland. Onder deze bescherming vallen dus geen exoten, zoals de halsbandparkiet, en vogels die gehouden of gekweekt worden. Voor soorten die niet onder de bescherming vallen, blijft echter altijd de zorgplicht gelden.

Nesten van vogels die jaarrond worden gebruikt, zijn in principe ook jaarrond beschermd. Let op dat dit per provincie verschilt. Provincie Noord-Brabant hanteert de lijst van het Ministerie van Economische Zaken. Voor deze soorten gelden de verbodsbepalingen (zie vraag 7) het hele jaar door. De nesten en eieren van deze soorten mogen het hele jaar door niet vernield worden en de vogels mogen het hele jaar door niet verstoord of verjaagd worden. Op pagina 8 van de lijst met beschermde soorten vind je de vogelsoorten met jaarrond beschermde nesten.

Daarnaast zijn de nesten van de overige vogels alleen beschermd tijdens het broedseizoen. Dit zijn over het algemeen nesten van vogels die elk broedseizoen een nieuw nest maken. De verbodsbepalingen gelden alleen tijdens het broedseizoen. De nesten en eieren van deze soorten zijn het hele broedseizoen beschermd en mogen niet vernield worden. Ook mogen de broedende vogels tijdens deze periode niet verstoord of verjaagd worden. Er bestaat geen vaste periode voor het broedseizoen, doordat de broedperiode per soort verschilt. In de kennisdocumenten van BIJ12 is voor een aantal vogelsoorten aangeven welke periode gehanteerd wordt door de provincies. Voor de overige soorten verwijzen wij naar de informatie op de websites van Sovon en Vogelbescherming Nederland.

Foto: Huismus van Pixabay

6. Waar is meer informatie te vinden over de algemene en specifieke zorgplicht?

Onder de Omgevingswet is er een algemene zorgplicht die de gehele fysieke leefomgeving, waaronder dus de natuur, beschermt. Naast de algemene zorgplicht zijn in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) specifieke zorgplichten vastgelegd. Specifieke zorgplichten zijn concreter en gelden voor specifieke activiteiten en hun concrete belangen. De specifieke zorgplichten gelden voor burgers en bedrijven. Het Rijk kan specifieke zorgplichten opnemen in omgevingsplannen of verordeningen. De specifieke zorgplichten en de algemene zorgplicht moeten samen zorgen voor de (toekomstige) bescherming van de leefomgeving, waaronder dus de bescherming van soorten flora en fauna.

Wanneer iemand een flora- en fauna-activiteit uitvoert, moet diegene voldoen aan regels van de specifieke zorgplicht (artikel 11.27, Bal). Ook regelt de specifieke zorgplicht dat herstelmaatregelen genomen moeten worden om de schade aan flora en fauna te herstellen.

7. Hoe is het beschermingsregime geregeld en welke verbodsbepalingen zijn er?

De bescherming van soorten is verdeeld in drie categorieën (beschermingsregimes):

  1. Alle in het wild voorkomende vogels in Nederland (op grond van de Vogelrichtlijn).
  2. Soorten op grond van de Habitatrichtlijn.
  3. Soorten die bescherming behoeven vanuit nationaal oogpunt.

Bovengenoemde categorieën soorten kennen een strikt beschermingsregime. Voor elk beschermingsregime zijn verbodsbepalingen opgesteld. De verbodsbepalingen zijn opgesteld op grond van Bijlage III van de Vogelrichtlijn en Bijlage IV van de Habitatrichtlijn. De verbodsbepalingen voor soorten van nationaal belang zijn geïnspireerd op de Habitatrichtlijn. Per beschermingsregime vind je hier op pagina 13 de verbodsbepalingen. Het doden, vangen en verstoren van deze soorten is verboden. Onder de Omgevingswet is niets veranderd aan het beschermingsniveau van de soorten. Dit komt doordat de regels en verplichtingen voortvloeien uit de Vogel- en Habitatrichtlijn en Nederland hieraan moet blijven voldoen.

8. Welke documenten gebruikt de provincie om de aanvraag voor de ontheffing te beoordelen?

De provincie is het bevoegd gezag voor het verlenen van ontheffingen. De provincie beoordeelt de aanvraag van een ontheffing als eerst op volledigheid. Hierbij kijkt de provincie of de volgende onderdelen aanwezig zijn in de aanvraag:

  • Een project/activiteitbeschrijving;
  • Een ecologische gebiedsinventarisatie. Voor welke beschermde soorten de ontheffing aangevraagd wordt;
  • Het doel en het belang van de activiteit;
  • Welke verbodsbepalingen overtreden worden;
  • Een effectstudie waarin de effecten van de activiteit op de soorten worden beschreven;
  • De maatregelen die getroffen gaan worden om negatieve effecten te beperken en/of herstellen.

Na de volledigheidstoets wordt de aanvraag inhoudelijk getoetst. De ontheffing wordt alleen verleend als de aanvraag voldoet aan de drie voorwaarden:

  1. Er is geen andere bevredigende oplossing;
  2. Er is sprake van een wettelijk belang;
  3. Aan de staat van instandhouding van de soort mag op nationaal en lokaal niveau geen afbreuk worden gedaan.

De provincie beoordeelt door middel van een ecologische toetsing en een toetsing van de alternatieven en belangen of aan de voorwaarden wordt voldaan. Dit moet binnen 13 weken plaatsvinden.

Meer informatie over de beoordeling van de aanvraag vind je op pagina 17 t/m 21 van Soortenbescherming bij ruimtelijke ingrepen.

Foto: Franjegentiaan van Pixabay

9. Moet bij een omgevingsvergunning ook een ontheffing soorten worden aangevraagd als verbodsbepalingen uit de Wet natuurbescherming overtreden worden?

Wanneer een verbodsbepaling overtreden wordt, is het verplicht een ontheffing beschermde soorten aan te vragen bij een omgevingsvergunning. De initiatiefnemer heeft hierbij de optie om de ontheffing beschermde soorten separaat aan te vragen van de omgevingsvergunning. Ook kan de initiatiefnemer ervoor kiezen om de ontheffing te laten aanhaken bij de omgevingsvergunning en dus de toestemmingen in één keer aan te vragen en in één besluit te laten zetten.

De omgevingsvergunning vraag je aan bij het bevoegd gezag, de gemeente. De gemeente moet hierbij nagaan of een ontheffing nodig is en, zo ja, of de ontheffing al is aangevraagd. Wanneer de ontheffing nog niet is aangevraagd, wordt de ontheffing bij de omgevingsvergunning aangehaakt. De gemeente moet aan de provincie om een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) vragen. Pas wanneer deze verklaring is gegeven, mag de vergunning worden verleend. Wanneer de omgevingsvergunning en ontheffing apart worden aangevraagd, moet de ontheffing worden aangevraagd bij de provincie waarin de activiteit plaats vindt.

Onder de Omgevingswet is niet veel veranderd aan deze regeling. Initiatiefnemers hebben de optie om separate omgevingsvergunningen aan te vragen voor hun activiteit, dit worden ook wel enkelvoudige omgevingsvergunningen genoemd. Initiatiefnemers kunnen ook kiezen voor een meervoudige omgevingsvergunning waarin alles tezamen wordt geregeld.

10. Wat is het verschil tussen de Rode lijst en de Vogel- en Habitatrichtlijn lijst en wanneer komt een soort op de Rode lijst?

De Rode lijsten zijn afkomstig vanuit het Verdrag van Bern. Dit verdrag verplicht alle EU-lidstaten aandacht te besteden aan kwetsbare en met uitsterven bedreigde soorten. Met de Vogel- en Habitatrichtlijn wordt hier al aandacht aan besteed. Voor soorten die niet onder deze richtlijnen vallen, gebeurt dat met de Rode lijsten. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit stelt per soortgroep de Rode lijsten vast. De Rode lijsten per soortgroep vind je hier. Of een soort op de Rode lijst komt, wordt bepaald aan de hand van de trend en/of de zeldzaamheid van de soort.

Het verschil met de Vogel- en Habitatrichtlijn lijst is dat soorten van de Rode lijsten geen juridische status hebben en daardoor niet automatisch onder specifieke beschermingsregels vallen. Voor rodelijstsoorten geldt bijvoorbeeld niet meteen een vergunningplicht voor handelingen met schadelijke gevolgen. Het plaatsen van een soort op de Rode lijst heeft dus niet tot direct gevolg dat er beschermingsregels van kracht zijn. Wel gelden voor de rodelijstsoorten rijksregels, zoals de specifieke zorgplicht voor een flora- en fauna-activiteit.

Wanneer een rodelijstsoort ook van nationaal belang (bijlage IX Bal) is of onder de Vogelrichtlijn valt, gelden er wel specifieke beschermingsregels voor de betreffende soort.

De provincies zijn daarbij verantwoordelijk voor het behoud en herstel van rodelijstsoorten volgens artikel 3.57, lid 1 onder c van het Bkl.

Foto: Damhert van Pixabay

Foutje gezien? Mail naar communicatie@brabantsemilieufederatie.nl

Lees verder...

DOE MET ONS MEE
Sluit je aan voor een duurzaam Brabant!