10 meestgestelde vragen over Natura 2000-gebieden

januari 22, 2024

De 10 meestgestelde vragen over Natura 2000-gebieden

Foto: Natura 2000-gebied Oisterwijkse bossen en vennen, van VisitBrabant

De Nederlandse Natura 2000-gebieden vervullen een belangrijke bijdrage aan het behoud van diverse plant- en diersoorten op zowel nationaal als Europees niveau. Natura 2000-gebieden vervullen diverse functies. Ze waarborgen het welzijn van planten en dieren (de intrinsieke waarde van de natuur), maar zijn ook belangrijk voor de mens. Ze dragen onder andere bij aan een gezonde leefomgeving, het bestuiven van (landbouw)gewassen en CO2-opvang. De Natura 2000-gebieden vormen een netwerk van natuurgebieden dat internationaal wordt beschermd vanwege de waardevolle habitattypen, planten en dieren. Hieronder vind je de antwoorden op de 10 meestgestelde vragen over Natura 2000-gebieden.

Voor het laatst geüpdatet op 18 januari 2024

  • 1. Wat zijn Natura2000-gebieden?

    Natura 2000-gebieden zijn beschermde natuurgebieden die samen een Europees netwerk vormen. Natura 2000 is het grootste georganiseerde netwerk van beschermde natuurgebieden ter wereld. Deze internationaal beschermde natuurgebieden zijn specifiek aangewezen om bepaalde soorten of habitattypen te beschermen, zodat de biodiversiteit behouden wordt. De gebieden zijn van Europees belang, doordat ze kwetsbaar, zeldzaam of bedreigd zijn.  

    De gebieden zijn aangewezen volgens Europese richtlijnen, de Vogelrichtlijn uit 1979 en de Habitatrichtlijn uit 1992. Nederland heeft 162 Natura 2000-gebieden (zie vraag 7). Samen vormen ze een oppervlakte van 2,2 miljoen hectare, waarvan 85% water is. 

  • 2. Waarom zijn deze Natura 2000-gebieden ingesteld?

    In Europa gaat de biodiversiteit al jaren achteruit en staat daardoor al jaren onder druk. Bescherming van de flora en fauna in Europa is daarom erg belangrijk. Voor elk Natura 2000-gebied en de daarin aanwezige beschermde soorten en habitats zijn instandhoudingsdoelen opgesteld die bereikt moeten worden.  

    Zo heeft Natura 2000-gebied het Ulvenhoutse Bos als doelstelling het verbeteren van de vochtige bostypen door de verdroging te stoppen en de hydrologische situatie te herstellen (zie afbeelding onderaan deze blog). 

    Voor het bereiken van de instandhoudingsdoelstellingen bestaat geen vaste termijn. Per soort of habitat wordt aangegeven of het huidige areaal en de huidige aantallen voldoende zijn voor behoud of dat een verbetering of uitbreiding nodig is. Een verbetering kan gaan over een betere kwaliteit van de habitat of leefgebied, betere voedselbeschikbaarheid of een betere verbinding met andere gebieden. Uitbreiding gaat over vergroting van het huidige areaal van een habitat of leefgebied van soorten. 

  • 3. Hoe worden de Natura 2000-gebieden aangewezen?

    Aanwijzing van een Natura 2000-gebied begint bij aanmelding van een gebied bij de Europese Unie door het Rijk. De Europese Commissie zet het gebied op de beschermde gebieden lijst. In samenspraak met de lidstaten beoordeelt de Europese Commissie de lijst met gebieden, waarna de EC de lijst publiceert. Dit is de Communautaire lijst. Wanneer een gebied op deze lijst staat, krijgt het gebied bescherming vanuit de Habitatrichtlijn. Binnen 6 jaar na de publicatie moet het gebied onder nationale wetgeving worden aangewezen.  

    De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) wijst na publicatie van de Communautaire lijst de Natura 2000-gebieden aan, aan de hand van een aanwijzingsbesluit. Het aanwijzingsbesluit beschrijft de instandhoudingsdoelstellingen voor de soorten en habitattypen waarvoor het gebied aangewezen is. Het besluit wordt ter inzage gelegd waardoor iedereen een reactie hierop kan geven. De reacties worden verwerkt wat resulteert in een definitief aanwijzingsbesluit. Dan hoort het gebied officieel tot Natura 2000. 

    Hierna stelt de provincie of Rijkswaterstaat een beheerplan op binnen 3 jaar. Meer over het beheerplan van Natura 2000-gebieden lees je onder vraag 8.

  • 4. Welke wetgeving is hier van toepassing?

    Vanuit Europa zijn de Natura 2000-gebieden beschermd vanuit de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. Deze richtlijnen regelen de soorten- en gebiedsbescherming in Europa.  

    De Vogelrichtlijn uit 1979 richt zich op de instandhouding van alle in het wild levende vogelsoorten in Europa. Deze richtlijn vereist dat lidstaten van de EU nodige maatregelen nemen voor het behoud van de populatie van alle vogelsoorten. De Habitatrichtlijn uit 1992 richt zich op het behoud en herstel van een gunstige staat van instandhouding van de plant- en diersoorten en de habitattypen.  

    Gebiedsbescherming  

    Op grond van de Vogel- en Habitatrichtlijn zijn alle lidstaten verplicht Speciale Beschermingszones (SBZ) aan te wijzen met het oog op het Natura 2000-netwerk. De SBZ’s worden aangeduid met Natura 2000. Deze SBZ’s worden voor vogels aangewezen voor soorten uit Bijlage I van de Vogelrichtlijn. Voor plant- en diersoorten worden de beschermingszones aangewezen vanuit Bijlage I en II van de Habitatrichtlijn 

    Voor gebieden die onderdeel zijn van het Natura 2000-netwerk gelden vanuit artikel 6 van de Habitatrichtlijn strikte beschermingsvereisten. Het is verboden om zonder vergunning een project te realiseren dat alleen of in combinatie met andere projecten significante gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied. Voor plannen en activiteiten die mogelijke negatieve effecten kunnen hebben, moet een passende beoordeling uitgevoerd worden.  

    Soortenbescherming 

    De Vogel- en Habitatrichtlijn verplichten dat de lidstaten handelingen en activiteiten die schadelijk zijn voor plant- en diersoorten moeten verbieden. Op grond van Bijlage III van de Vogelrichtlijn en Bijlage IV van de Habitatrichtlijn zijn verbodsbepalingen opgesteld voor vogelsoorten en plant- en diersoorten. Het doden, vangen en verstoren van deze soorten is verboden. 

    De Nederlandse wetgeving heeft de Vogel- en Habitatrichtlijn vertaald en opgenomen. Hoe dit is geregeld wordt in onderstaande vraag uitgewerkt.  

  • 5. Hoe heeft de Nederlandse overheid dit in haar eigen wetgeving verwerkt?

    De Nederlandse overheid heeft de Vogel- en Habitatrichtlijn opgenomen in de Wet Natuurbescherming (Wnb). Op 1 januari 2017 ging de Wnb in en bestond om natuurgebieden en de hierin aanwezige plant- en diersoorten te beschermen. Op 1 januari 2024 is de Wnb opgenomen in de Omgevingswet.  

    Gebiedsbescherming gaat over het beschermen van natuurgebieden en de leefgebieden van plant- en diersoorten. Hieronder vallen Natura 2000-gebieden en het Natuurnetwerk Nederland. Soortenbescherming gaat over het beschermen van de Nederlandse flora en fauna. Aan deze soorten mag geen schade worden toegebracht. De Omgevingswet waarborgt de gebiedsbescherming en soortenbescherming.  

    Bevoegd gezag

    De provincie was onder de Wnb het bevoegd gezag voor de verlening van vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen. Onder de Omgevingswet die op 1 januari 2024 inwerking is gegaan is dat niet veranderd. Voor enkelvoudige aanvragen van omgevingsvergunningen natuur is GS of de Minister het bevoegd gezag. Voor (meervoudige) aanvragen die ook betrekking hebben op activiteiten waarvoor B&W het bevoegd gezag is, zoals een bouwactiviteit, blijft B&W het bevoegd gezag. Advies en instemming van GS over de omgevingsvergunning natuur zijn dan vereist. 

    In de Omgevingswet

    Onder de Omgevingswet is natuur een onderdeel van de fysieke leefomgeving. De Omgevingswet doet geen afbreuk aan het beschermingsniveau van de flora- en faunasoorten. De Omgevingswet moet blijven voldoen aan de Europese richtlijnen, waardoor het gaat om een beleidsneutrale wijziging.  

    Structureel is er echter wel veel veranderd door de grote systematische verandering van de wetgeving. Alle regels over natuurbescherming staan niet meer in één wet, maar zijn over verschillende AMvB’s (Algemene Maatregel van Bestuur) verspreid. De regels staan in: Besluit Activiteiten Leefomgeving (Bal), Besluit Kwaliteit Leefomgeving (Bkl) en het Omgevingsbesluit. Door de Aanvullingswet natuur moeten de provincies en gemeenten in een vroegtijdig stadium bij visie- en besluitvorming al het natuurbelang betrekken. 

  • 6. Hoe kunnen we de Natura 2000-gebieden beschermen?

    De Natura 2000-gebieden worden beschermd door de Vogel- en Habitatrichtlijn. Een gebied aangewezen op grond van deze Europese richtlijnen heeft verplicht een hoge wettelijke bescherming. Voor een Natura 2000-activiteit is meestal een omgevingsvergunning nodig (artikel 5.1, 1e lid, sub e, Omgevingswet). Er zijn ook gevallen waarvoor volgens het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) geen omgevingsvergunning nodig is.  

    Zorgplicht

    Voor de bescherming van de Natura 2000-gebieden is het daarnaast belangrijk de zorgplicht in acht te nemen. De zorgplicht was onderdeel van de Wet natuurbescherming en zag toe op de soorten- en gebiedsbescherming. Tot 1 januari 2024 was de zorgplicht een uitgangspunt van de Wet natuurbescherming (artikel 1.11). Met ingang van de Omgevingswet is de zorgplicht veranderd. Onder de Omgevingswet bestaat er een algemene zorgplicht die de gehele fysieke leefomgeving, waaronder dus de natuur, beschermt. De algemene zorgplicht stelt dat burgers, overheden en bedrijven verantwoordelijk zijn voor een gezonde en veilige leefomgeving. Overtreding van de zorgplicht is niet strafbaar. 

    Specifieke zorgplichten

    Naast de algemene zorgplicht zijn in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) specifieke zorgplichten vastgelegd. Specifieke zorgplichten zijn concreter en gelden voor specifieke activiteiten en hun concrete belangen. De specifieke zorgplichten gelden voor burgers en bedrijven. Het Rijk kan specifieke zorgplichten opnemen in omgevingsplannen of verordeningen 

    Wanneer er specifieke zorgplichten aanwezig zijn, is de algemene zorgplicht niet van toepassing. Als er geen specifieke zorgplichten aanwezig zijn, geldt de algemene zorgplicht. 

    Neem ook zeker een kijkje op onze projectpagina Natuurnetwerk Brabant & Natura 2000.

  • 7. Waar liggen de Natura 2000-gebieden?

    In Nederland liggen er 162 Natura 2000-gebieden verspreid over twaalf provincies. Noord-Brabant kent 21 Natura 2000-gebieden. Alle Natura 2000-gebieden in Nederland en hun ligging zijn te vinden op de kaart van Natura 2000. Hier vind je een kaart met alle Natura 2000-gebieden in Brabant 

    Daarnaast heeft de Europese Commissie een openbaar online systeem opgezet, de Natura 2000-viewer. De viewer geeft van alle Natura 2000-gebieden in Europa de exacte locaties aan. In de viewer kun je dus zoeken naar alle gebieden in Europa.  

    Daarnaast beschikt de Natura 2000-viewer ook over het standaardgegevensformulier (SGF) per gebied. Het SGF beschrijft veel specifieke gebiedsinformatie. Zo zijn in het SGF alle habitattypen en soorten waarvoor het gebied aangewezen is geregistreerd. Daarnaast beschrijft het SGF de populatie-omvang en de mate van instandhouding van dat gebied.  

  • 8. Wie beheert de Natura 2000-gebieden?

    Het beheer van de Natura 2000-gebieden ligt in handen van de provincie en het Rijk. Rijkswaterstaat is de waterbeheerder in Natura 2000-gebieden. Rijkswaterstaat zorgt voor het schrijven van het beheerplan van 25 Natura 2000-gebieden en het betrekken van belanghebbende organisaties bij overleg.  

    De provincies zijn voor de overige Natura 2000-gebieden de voortouwnemers. Zij stellen een beheerplan op en zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van de maatregelen. De provincie is daarnaast het bevoegd gezag voor handhaving en vergunningverlening.  

    Het opstellen van een beheerplan voor elk Natura 2000-gebied is een verplicht programma onder de Omgevingswet.  

    Op de website van Bij12 vind je van alle Natura 2000-gebieden in Nederland het beheerplan. In elke beheerplan is een handhavingsparagraaf toegevoegd, om te zorgen dat het beheerplan nageleefd wordt. 

  • 9. Waarin onderscheiden deze Natura 2000-gebieden zich van andere natuurgebieden?

    De Natura 2000-gebieden hebben een groot Europees belang. Andere natuurgebieden, zoals nationale parken of natuurreservaten, worden uitsluitend vanuit nationale of provinciale of lokale wetgeving aangewezen en beschermd. Deze natuurgebieden worden meestal voor verschillende doelen aangewezen, zoals voor grondstoffenwinning, recreatie of het bevorderen van de biodiversiteit. Daarnaast kunnen ze betrekking hebben op andere habitats/soorten dan diegene waar het Natura 2000-gebied zich op richt. De habitats en soorten die in de Natura 2000-gebieden voorkomen zijn niet zeer afhankelijk van dat specifieke gebied, ze zijn belangrijk op Europese schaal.

  • 10. Waarom kunnen we niet afwijken van de grenzen van Natura 2000-gebieden?

    Het is belangrijk om de grenzen van Natura 2000-gebieden te behouden en niet daarvan af te wijken. De begrenzingen van de Natura 2000-gebieden zijn in Nederland al minimaal vastgelegd. Door de minimale begrenzing is het niet mogelijk om van de vastgelegde grenzen af te wijken en is er geen ruimte om de gebieden te verkleinen zonder dat het een negatief effect heeft op de beschermde habitattypen en soorten. 

    Daarnaast maken de Natura 2000-gebieden onderdeel uit van een samenhangend netwerk en is een groot deel van de Natura 2000-gebieden onderdeel van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Natuurnetwerk Nederland is het Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. Het netwerk moet natuurgebieden beter verbinden met elkaar en met het omringende agrarisch gebied. Natuurnetwerk Brabant ligt juridisch vast in de Omgevingsverordening Brabant. De grenzen van Natura 2000-gebieden zijn Europees vastgelegd op grond van de Vogel- en Habitatrichtlijn.  

    ADC-toets

    Als uit een passende beoordeling blijkt dat significante negatieve effecten van een project op de Natura 2000-gebieden niet (volledig) uitgesloten kunnen worden, kan de zogenaamde ADC-toets worden doorlopen om toch een vergunning te verlenen voor een project. De ADC-toets staat in de wet en heeft een streng toetsingskader. Drie voorwaarden waaraan een project moet voldoen, zijn dat: 

    • A: er geen alternatieven zijn, 
    • D: er sprake is van dwingende redenen van groot openbaar belang, 
    • C: de nodige compenserende maatregelen worden getroffen om te waarborgen dat de algehele samenhang van Natura 2000-gebieden bewaard blijft. 

    Voor deze procedure is een advies nodig van de Europese Commissie. De Minister draagt er zorg voor dat de compenserende maatregelen (onderdeel van) een Natura 2000-gebied worden. In de praktijk is deze procedure nog maar zelden toegepast.  

 

Foto: Ulvenhoutse Bos, door Harry Muermans van Saxifraga

Lees verder...

DOE MET ONS MEE
Sluit je aan voor een duurzaam Brabant!